Beeld van een zittende vrouw met haar zoon. De lichamen zijn geabstraheerd, terwijl de gezichten tamelijk realisitisch zijn weergegeven. Ze zijn aan elkaar geboetseerd. De zoon staat op het rechterbeen van de moeder. De jongen houdt zijn rechterhand tegen zijn hoofd en met zijn linkerhand steunt hij op de schouder van zijn moeder. Zij houdt haar rechterhand ook tegen haar hoofd en haar linkerhand tegen haar borst. Beiden zijn naakt, en lijken kaal. Ze hebben amandelvormige ogen, een rechte neus en hun mond open. De handen hebben vijf vingers maar de voeten zijn als eenvoudige klompjes weergegeven. De beelden zijn gepolijst en de stijl is typerend voor de Colima-stijl in West-Mexico. Beelden van dagelijkse taferelen waren populair in Colima en werden ook veelvuldig in graven aangetroffen als grafgift.